Bedankt! Ontvang 10% korting op je volgende aankoop
*De aanbieding is niet geldig op afgeprijsde artikelen, nieuwe items, Birds by Toikka, geselecteerde kunst en special of limited editions. Gebruik uw persoonlijke kortingscode voor uw aankopen:
Aalto zag het potentieel van kleuren om bij te dragen aan het genezingsproces en paste ze doelgericht toe in het hele gebouw.
Toen het Paimio Sanatorium in 1932 werd geopend, was het een van de beste behandelplekken voor tuberculose ter wereld. Daarnaast werd het gebouw meteen een voorbeeld van functionele architectuur, dat de jonge Alvar Aalto op slag wereldberoemd maakte.
De ingelijste kleurenplattegrond, waarvan het enige andere exemplaar zich in het Aalto Museum in Jyväskylä bevindt, werd aan het einde van de bouw gemaakt, als een soort verslag van de in het gebouw gebruikte kleuren.
Het schilderij is gemaakt door kunstenaar Eino Kauria, die aan de bouw van het ziekenhuis meewerkte. Hij had de leiding over het schilderwerk en coördineerde het kleurgebruik. Daarbij bleef hij trouw aan Aalto's visie op kleuren. In een interview uit 1986 vertelt Kauria hoe standvastig Aalto was wanneer het op zijn keuze van kleuren aankwam, en hoe rijkelijk gekleurd het ziekenhuis er uiteindelijk uit kwam te zien.
De heldergele rubberen vloeren in het trappenhuis van de centrale vleugel en de gangen gaven het idee van fel zonlicht. Op donkere winteravonden leek het gebouw daardoor wel licht te geven. Rode leidingen duidden op verwarming. Er werden verschillende tinten blauw gebruikt, van hemelsblauw tot mintblauw en petrolblauw, om een rustgevende atmosfeer te creëren in de gemeenschappelijke ruimten van het gebouw. Antraciet en donkere grijstinten werden gecombineerd met okeroranje, baksteenrood en mosterdgeel. De plafonds van de patiëntenkamers waren geschilderd in zachte donkergroentinten, wat een rustgevend effect moest hebben op bedlegerige patiënten.
Dr. Mikko Aromaa, glaschemicus bij Iittala: "De kleur van een glazen werkstuk is afhankelijk van de puurheid en fijnheid van de grondstof. Destijds smolt Iittala zand uit de omgeving, en dat was meestal wat grover, met meer ijzer als onzuiver element. In die tijd accepteerden mensen dat gewoon en vonden ze kleurvariaties niet zo belangrijk." In plaats daarvan draaide het vooral om functionaliteit. Glazen objecten moesten stevig zijn, doen waar ze voor bedoeld waren en niet te groot zijn – zodat ze pasten binnen de nieuwe kleine behuizingen in de steden. De decoratieve aspecten waren secundair. "Standaardglas was daarom groen, bruin of blauw. Zelfs helder glas was nooit helemaal helder, maar had een lichte groene of blauwe tint", vertelt Aromaa.
Pas na de Tweede Wereldoorlog werden er op grote schaal nieuwe kleuren voor glas geïntroduceerd, omdat mensen toen meer interesse kregen in decoratieve artikelen. Volgens Aromaa begon men toen ook te zoeken naar perfect helder glas. "De puurheid en helderheid van glas werd belangrijk, net als een consistente kleur. Glasfabrieken begonnen te compenseren voor de inherente tinten van glas door complementaire kleuren toe te voegen."
Vanaf 1950 werden drie nieuwe kleuren toegevoegd aan de Aalto Collection: kobaltblauw, robijnrood en opaal.
Tegenwoordig kan glas in theorie elke kleur hebben. Toch worden niet alle kleuren gebruikt, omdat de wet het gebruik van schadelijke stoffen verbiedt. De robijnrode Aalto vazen uit de jaren vijftig bevatten bijvoorbeeld cadmium. "Die kleuren kunnen we niet meer maken, omdat de productie te schadelijk is voor de werknemers", aldus Aromaa. Het verbod geldt ook voor uraniumglas, dat onder een ultraviolette lamp oplicht met een heldere groene gloed. Iittala anticipeerde het Europese verbod op cadmium en zocht naar alternatieve recepten voor robijnrood. Tegenwoordig wordt koper gebruikt voor hun fonkelende cranberryrode glas. Inmiddels is rood bijna het handelsmerk van Iittala geworden (getuige het logo met de rode 'i'), maar de kleur vereist een grote vaardigheid. Aromaa: "Wanneer de glasblazer aan zijn dag begint, weet hij nooit welke kleur hij gaat krijgen; donkerder, lichter, wat meer oranjeachtig of met bruintinten. Zo gaat dat met rood glas. Maar we hebben een paar zeer geheime trucs die ik natuurlijk niet kan verklappen."
Ondanks de enorme variatie – de huidige collectie van Iittala bevat 71 kleuren – is de Aalto vaas verkrijgbaar in 'slechts' elf kleuren.
In principe is alles mogelijk, maar elke kleur voor de Aalto vaas wordt zorgvuldig overwogen, aldus Koskinen. Om de oorspronkelijke bedoeling van de designer te respecteren wordt de Aalto Foundation altijd betrokken bij de productie van een nieuwe versie.
Er is niets meer terug te vinden over Alvar Aalto's eigen woorden over kleur, maar hij was altijd heel expliciet over zijn benadering van design. Wij gaan ervanuit dat die benadering ook voor kleur gold.
In de wereld van Alvar Aalto is het doel van architectuur 'het in harmonie brengen van de materiële wereld met het menselijk leven'. In zijn wereld is de deurknop de 'handdruk van het gebouw', die de deur opent naar een ruimte vol zintuiglijke ervaringen. Materialen moeten de mens emotioneel ondersteunen; zowel met hun pure vorm als met de patina die ze in de loop der tijd vergaren.
Daar kunnen we alleen maar aan toevoegen dat kleuren moeten worden gebruikt om het welzijn van mensen te bevorderen. Zelfs een kleine, decoratieve vaas kan een aangename uitstraling hebben en bijdragen aan de algehele intieme atmosfeer van een ruimte – ongeacht of dat een huiskamer of ziekenhuishal is.